30 september 2005

Japanese = sign language

Did you know that Japanese uses a lot of sign language? The following article (in Dutch) is very helpful if you want to do business with Japan...

Studenten die beginnen met het leren van de Japanse taal gebruiken daarbij
Nederlandse gebaren. Mensen gebruiken handgebaren om het verhaal te
ondersteunen. In het geval van de studenten is de woordenschat en kennis van de
grammatica te klein om een verhaal te kunnen vertellen. Dat blijkt uit een
onderzoek van Keiko Yoshioka. Ze promoveert hiermee op 6 oktober aan de
Rijksuniversiteit Groningen.
De studenten die meededen aan het onderzoek, moesten aan de hand van een stripverhaal zonder tekstballonnen een verhaal vertellen. "Het Japans kent geen werkwoorden die een actie weergeven, zoals huppelen of kruipen", stelt Yoshioka. "Daarvoor in de plaats hebben de Japanners veel gebaren." Ook kent de Japanse taal geen lidwoorden en werkwoordvervoegingen.
De hoofdpersonen in een verhaal worden 'weggezet' door Japanse vertellers. Iedere keer als het personage aangehaald wordt, verwijzen ze met een gebaar naar de plek waar ze hem hebben neergezet. In de Nederlandse taal worden alle personages juist telkens weer genoemd. "In het Nederlands zijn daar genoeg woorden voor", zegt Yoshioka. Het onderzoek wijst verder uit dat verschillende talen hele andere gebaren gebruiken.

2 opmerkingen:

Anoniem zei

Doing business in China, a question of knowing the customs.

"Peer maakt ongelukkig"

Wat je moet weten over tradities en gebruiken als je zaken wilt doen in China.

Voor een zakenman is een gedegen kennis van een nieuwe markt die hij wil aanboren een conditio sine qua non. Tradities zijn wat dat betreft een mijnenveld en in een oeroude cultuur als de Chinese, die al tot bloei was gekomen toen bij ons de eerste plaggenhutten werden gebouwd, is het risico nog veel groter. Een paar vuistregeltjes kunnen de westerse bezoeker echter door de eerste hindernissen loodsen.

Wat de aanspreking betreft, is het in China de gewoonte om de familienaam voor de voornaam te noemen, een gewoonte waar ook 80 procent van de Vlamingen hardnekkig aan vasthoudt. Er zijn ongeveer 400 namen, maar 90 procent van de Chinezen draagt er een van de 100 meest gangbare. Leeftijd speelt een belangrijke rol in het hoffelijkheidsritueel. Een oudere man wordt 'Xiao' genoemd, een jonge man 'Lao' en de man van middelbare leeftijd 'Da'. In tegenstelling tot de Japanners, buigen de Chinezen niet voor een begroeting. Ze zijn wel dol op handen schudden. Als de persoon aan de andere kant van uw hand zijn hand met zijn linkerhand bedekt, wil dat zeggen dat hij erg blij is om u te zien. Knuffelen of kussen in het openbaar is niet gebruikelijk in China. Uit respect kijken de Chinezen naar beneden wanneer ze iemand begroeten. Ze vinden het ook niet netjes om een aangeboden cadeau meteen te aanvaarden. Zowel cadeaus als visitekaartjes worden met beide handen aangeboden. Maar dan hebt u ze wel eerst moeten inpakken.

Opgepast met de kleurenkeuze: rood is in China gelijk aan geluk, roze betekent voorspoed, geel voldoening. Wit, grijs en zwart zijn rouwkleuren. Geef vooral geen witte of gele bloemen en zeker geen chrysanten. Net zoals bij ons zijn dat begrafenisbloemen. Geef nooit iemand een peer, want het Chinese woord daarvoor is een homoniem van het woord voor 'echtscheiding' en wordt dan ook als een slecht voorteken aangezien. Idem met een horloge: het woord klinkt hetzelfde als het woord voor 'dood'. Schrijf ook nooit iets op een kaartje in het rood, want dat wil zeggen dat de relatie voorbij is. Aan tafel legt u uw eetstokje altijd op de rand van uw rijstkom. Als u het rechtop in de kom laat steken, wil dat zeggen dat u uw disgenoten dood wenst. Erg onbeleefd is het om iemand aan te wijzen met de steel van een theelepeltje. En, ten slotte, roffel nooit met uw stokjes op de kom. Alleen bedelaars doen dat en gasten in een restaurant die vinden dat het te traag gaat. Als u dat doet tijdens een privé-maaltijd, dan komt dat over als een belediging voor de kok.

(SCHOETERS M, Peer maakt ongelukkig, uit: Knack, 28 september 2005, p 41)

Geert De Cubber zei

Wonder what we should know about e.g. Macedonia or Portugal if we want to do business with them...

Are there specific things (not) to do?